Kleurbelevenis met zomerbollen in landscape

Spectaculair effect

Voor het opsieren van parken, bermen en rotondes komen veel soorten binnen het assortiment zomerbollen in aanmerking. Vaak hebben ze opvallende, felle kleuren. Het effect in de groene buitenruimte van bijvoorbeeld Canna (Indisch bloemriet), Calla en Crocosmia (oude naam: Montbretia) is dan ook spectaculair te noemen. Maar ook de grote diversiteit in vormen trekt de aandacht van voorbijgangers, waaronder die van Lilium (lelie) of de lager blijvende Cyclamen hederifolium (herfstcyclaam). De laatste is een goede verwilderaar, die na verloop van tijd grote tapijten in het groen vormt. Ook de minder bekende Tigridia (tijgerbloem) en Chasmanthe (Afrikaanse vlag) vallen dankzij hun vormen en kleuren op in de openbare ruimte.

Toppers onder drachtplanten

Binnen de voor landscape geschikte zomerbollen, zijn het vooral de Liatris (lampenpoetser) en niet-dubbele Dahlia die de toppers onder de drachtplanten vormen. Met hun grote hoeveelheden stuifmeel en nectar zijn ze in trek bij bijen en vlinders en leveren ze een grote bijdrage aan de biodiversiteit. Ook Anemone coronaria (anemoon) en Gladiolus (gladiool) passen goed in bijenmengels. Van Gladiolus zijn het vooral de kleinbloemige (nanus) en de Abbesijnse gladiool (Gladiolus callianthus) die goed in landscape gedijen.

Hoe en waar planten?

Plant zomerbollen in de periode vanaf de laatste vorst tot eind mei. De vuistregel is: plant twee keer zo diep als de bol. Dahlia vormt hierop een uitzondering; de knollen mogen juist niet te diep worden geplant, maar met het kraagje net onder het grondoppervlak. De meeste zomerbollen zijn zonaanbidders; zet ze daarom op plaatsen waar veel zon komt. Aan de bodem stellen ze niet veel eisen, als deze maar niet verdicht is. De grond moet namelijk vochtdoorlatend zijn.

Plant de zomerbollen in groepen of juist in mengsels, bijvoorbeeld Crocosmia met Canna en Dahlia met Calla. De mogelijkheden zijn eindeloos. Zet kleurtinten bij elkaar of gebruik contrasterende kleuren. Ook in combinatie met vaste planten en heesters komen zomerbollen goed tot hun recht. Afhankelijk van de soort, kunnen zomerbollen nog jarenlang terugkomen. Dit zijn bijvoorbeeld Lilium (lelie), Crocosmia, Cycamen, Gladiolus nanus (kleinbloemige gladiool) en Liatris (lampenpoetser).
Dahlia, Tigridia en Chasmanthe zijn eenjarig. Rooi eenjarige zomerbollen na de bloei en vervang ze voor voorjaarsbloeiers.

Feiten

  • Veel bloemen van zomerbollen, zoals dahlia’s, Crocosmia, Anemone coronaria (anemoon) en Liatris (lampenpoetser), zijn geschikt voor (openbare) pluktuinen; het zijn uitstekende snijbloemen.
  • Met een slimme mengselkeuze, zijn er van eind mei tot eind oktober bloemen te zien.
  • Veel zomerbollen, waaronder Dahlia, Canna en Crocosmia, doen het goed in bakken.

210449_aangepast.jpg 223494_aangepast.jpg 221078_aangepast.jpg 88379_aangepast.jpg