Zomerbollen kunnen vanaf april, wanneer de kans op vorst verdwenen is, geplant worden. Blijft het lang koud, wacht dan nog even. Zomerbollen planten kan tot eind mei.
Stap 1
Graaf een plantgat of gleuf met een schepje.
Zomerbollen of knollen worden twee keer zo diep geplant als de bol hoog is. Een uitzondering geldt voor begonia’s en dahlia’s. Die worden net onder de oppervlakte geplant.
Stap 2
Maak de grond los en maak de bodem enigszins gelijk, maar druk deze niet aan.
Zet kleine soorten 10 cm van elkaar; dat is een goede afstand. Voor gladiolen 12 cm, voor begonia’s 25 cm, voor lelies 30 cm en voor de dahlia’s zelfs 40 cm.
Plaats zonder te duwen de bloembollen zachtjes in de grond.
Stap 3
Bedek de bloembollen met aarde.
Direct na het planten hebben zomerbollen extra veel water nodig om snel wortels te vormen. In de droge voorjaarsperiode moet de grond in de tuin vochtig worden gehouden.