Verborgen kwaliteiten

Voor kleur, plezier, verrassing en vrolijkheid ben je bij bloembollen aan het juiste adres, want ze hebben al die kwaliteiten in huis. Je zou het zo op het eerste gezicht misschien niet verwachten, maar een droge bloembol is een en al belofte! Bloembollen kunnen niet mislukken, want de bloem zit al in de bol. Het enige wat ze nodig hebben is een plekje in de aarde.

Verschillende bloeiperiodes, kleuren en hoogtes

Wie het een beetje goed uitkient heeft wekenlang plezier van bloeiende bloembollen in z’n tuin. Een leukere lente kun je jezelf niet wensen. Het seizoen begint al vroeg in januari/februari met winterakonieten, sneeuwklokjes, krokussen en dwergirissen. Dan volgen in maart/april onder meer anemonen, narcissen, blauwe druifjes en hyacinten, gevolgd door tulpen van april t/m juni en sieruien in mei/juni.

De planttijd

Plant voorjaarsbloeiende bloembollen vanaf eind september t/m december op een zonnige plaats. De belangrijkste regel is dat ze vóór de eerste vorst in de grond zitten. Bloembollen hebben een koude periode nodig om in het voorjaar te kunnen bloeien.

Zo plant je bloembollen

Volg de volgende vijf stappen voor het planten van bloembollen:

1. Zorg voor makkelijk bewerkbare aarde door het los te maken met een schep op de plaats waar de bloembollen geplant worden. Wanneer bloembollen geen plekje in een bestaande border krijgen kan wat organische meststof zoals compost door de aarde worden gemixt. Graaf daarna een gat met een spade of een bollenplanter, en plant hierin de bloembollen met de punt omhoog.
2. Houd voor het planten drie keer de hoogte van de bol aan. Een narcis van 5 centimeter moet dus 15 centimeter diep worden geplant.
3. Zorg ervoor dat tussen de bloembollen voldoende ruimte is om te kunnen groeien. Grote bloembollen hebben ongeveer 2-3 centimeter tussenruimte nodig. De wat kleinere bloembollen tussen de 1-2 centimeter.
4. Vul het gat met de uitgegraven aarde en druk het wat aan.
5. Geef wat water indien de grond droog is.