Sierui

Familie: Liliaceae
Botanische naam: Allium

Oorsprong sierui

De groep sierui bevat ook planten die gebruikt worden voor de consumptie, zoals uien, prei en sjalotten maar ook bieslook, een bekend kruid voor in de keuken. Van oorsprong kwam de sierui vooral voor in Europa, Azië en het Midden-Oosten. Sierui staan bekend om de grote verscheidenheid aan kleur, geur en hoogte. De meeste soorten bloeien in de vroege zomer, direct na vele voorjaarsbloeiers. Wanneer de bloembollen, stelen of bladeren licht beschadigd worden dan verspreid sieruieen bekende uiengeur. Dit was in het begin nog een probleem omdat dat de sierwaarde van sieruien niet ten goede kwam. Wordt de steel echter direct weer in het water gezet nadat hij is gesneden dan valt de geur erg mee.

Sieruien gaan lang mee, zowel op de vaas als gedroogd. Alle soorten kunnen prima in de border verwerkt worden. Bepaalde kleine soorten zijn bijzonder geschikt voor rotstuinen en verwilderen wanneer ze zich prettig voelen.

De botanische naam van sierui ‘Allium’ (soms gespeld als ‘Alium’) komt van de Romeinen en betekent ui of prei. Deze naam is later overgenomen door Linnaeus toen hij het geslacht beschreef.

Hoeveel soorten sieruien bestaan er?

De literatuur beschrijft ca. 280 tot 300 soorten sieruien, hoewel het cijfer 450 ook wel eens wordt genoemd. Het verschil in aantal komt met name door de interpretatie van het woord ‘soort’. Veel van de beschreven soorten hebben geen cultivars en zijn niet of nauwelijks te krijgen/kopen.

Bovendien zijn recentelijk Alliums door botanici naar een ander geslacht verplaatst. Een voorbeeld hiervan is Allium siculum ssp bulgaricum, deze behoort nu tot het geslacht Nectaroscordum. Bovendien kunnen we een verschil aanbrengen tussen de sieruien en de consumptie-uien. Oude boeken beschrijven dat de ui al 8000 jaar voor Christus werd geteeld. Andere sieruien werden ook al beschreven in 1700 en 1800.

Sierui bloembol

Veel Sieruien hebben een gerokte bol die meer dan 1 jaar bloeit. Afhankelijk van het soort kan de bolmaat verschillen van 3 tot 30 cm. Sommige soorten hebben slechts een verdikte stengel onder de grond zoals prei en bieslook. De bloembol ziet er vrij standaard uit qua vorm en kleur. Het verschil in ‘huid’ is echter wel variabel, van erg los (A. christophii) tot erg vast (A. schubertii).

Teeltomstandigheden sierui

Alle sieruien hebben een goed gedraineerde grond nodig. Een zonnige plantplek is voor de meeste soorten een voorwaarde. Sommige echter hebben genoeg aan halfschaduw.

Meer plant tips sieruien

Sieruien komen het beste uit tussen vaste planten. De bladeren, die niet erg decoratief zijn, vallen dan weg tussen de opkomende vaste planten. De lange sieruien zijn mooi wanneer ze ver boven de border beplanting uit steken. In kleine tuinen zijn 5 sieruien al erg decoratief. De violet, paars en roze bloemen steken met hun bolvorm vaak sterk af tegen de minder compacte vaste planten. Wereldwijd geniet de sierui steeds grotere populariteit voor in de tuin. Ze overbruggen het seizoen van de voorjaarsbloeiende bolgewassen naar de zomerborder. De vroegst bloeiende sierui kan gecombineerd worden met tulpen en narcissen, de laatbloeiers bloeien samen met lelies en gladiolen. Kleine sieruien, zoals Allium ostrowskianum, Allium moly, Allium flavum en Allium cernuum komen beter uit in de meer gedetailleerde tuinen. Deze kleinere soorten zijn vaak ook het meest geschikt voor verwildering. De topper is echter Allium ursinum. Dit specifieke soort voelt zich alleen thuis in een wilde tuin in de halfschaduw en een beetje vochtige grond.

Sierui in bakken en potten planten

Lange soorten sierui zijn niet geschikt voor bakbeplantingen. Door het lelijke blad tijdens de bloei is een sierui sowieso niet echt aantrekkelijk voor bakken en potten. Er zijn een paar uitzonderingen: Allium christophii, Allium schubertii en mogelijk Allium karataviense.

Alle drie hebben ze een grote bolvormige bloem met een hoogte van maximaal 50 cm. De pot waarin deze bollen staat moet minimaal 20 cm diep zijn, want de bloembollen staan graag op een diepte van ca. 10 cm. Tijdens de winter dienen de potten en bakken beschermd te zijn tegen vorst. Vooral Allium schubertii is erg gevoelig voor vorstschade.