Familie: Liliaceae
Bloemkleur: bijna alle kleuren
Bloeiperiode: juli – september
Hoogte: 50-100 cm
Plantdiepte: 10 cm
Plantafstand: 12 cm
Boltype: knol
Lichtomstandigheden: volle zon
Toepassingen: borders en als snijbloem
Historie
De bladeren gladiolen hebben een zwaardachtige vorm. Daar komt de naam ‘zwaard lelie’ vandaan. De gladiool is één van de vier populairste zomerbloeiende bloembollen. Deze knol wordt meestal in de tuin gebruikt, maar soms ook als snijbloem in de zomermaanden. De bekendste gladiolen zijn allemaal hybriden en worden al sinds 1841 geteeld. Botanisten geloven dat er ongeveer 300 zijn. Gladiolen zijn makkelijk te kruisen. Daardoor ontstaan er ieder jaar nieuwe soorten en worden de oude soorten minder populair. Veel grootbloemige variëteiten zijn na 1940 in Engeland en Nederland geteeld. De butterflytypes zijn in 1951 geïntroduceerd en de laatste 20 jaar is het Amerikaanse soort steeds populairder geworden.
Grootbloemige gladiolen
Dit is de belangrijkste groep, gebaseerd op kwaliteiten en een aantal verkrijgbare soorten. In Nederland worden honderden variëteiten geteeld in heel veel kleuren en kleurcombinaties.
Butterfly gladiolus
De kleur van de bloemen in de groep is vaak in sterk contrast met de rest van de plant en lijkt daardoor op een vlinder. Deze groep bevat variëteiten waar de plant net zo groot is als bij de grootbloemige gladiolen, maar de bloemen zijn kleiner. Butterfly gladiolen zijn erg geschikt als snijbloemen.
Primulinus gladiolus
De variëteiten uit deze groep stammen af van de gele gladiool primulinus. Deze groep kan worden herkend aan het grote blad welke de bloembladeren bedekt. Het hart van de bloem is daardoor moeilijk te zien.
Kleinbloemige gladiolen
- Gladiolus colvillei
- Gladiolus nanus
- Gladiolus tubergenii