Bloembollen voor bijen en hommels

Open bloemen

Met bloembollen beleef je al vroeg het voorjaar door gezoem en gefladder van insecten. Maar welke bloembollen zijn het meest geschikt? De ene bloembol produceert meer bijenvoedsel dan de andere. En het stuifmeel van de ene bloem is makkelijker te bereiken dan de ander. Kies altijd voor stuifmeelbommetjes met open bloemen. En spreid verschillende bloeitijden, zodat de bijen maandenlang kunnen smullen. Deze selectie bloembollen staat bekend om de productie van veel nectar en stuifmeel:

  1. Blauw druifje (Muscari)
  2. Bosanemoon (Anemone nemerosa)
  3. Boshyacint (Hyacinthoides non-scripta)
  4. Botanische tulp (Tulipa)
  5. Bulgaarse sierui (Nectaroscordom siculum)
  6. Gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum)
  7. Krokus (Crocus) botanisch en grootbloemig
  8. Oosterse Anemoon (Anemone blanda)
  9. Sierui (Allium giganteum, moly en sphaerocephalon)
  10. Sneeuwklokje (Galanthus)
  11. Sneeuwroem (Chionodoxa luciliae en sardensis)
  12. Sterhyacint (Scilla bifolia en siberica)
  13. Winteraconiet (Eranthis)
  14. Zomerklokje (Leucojum aestivum)

Juiste plek

Heb je je bloembollen uitgekozen en liggen ze klaar om geplant te worden? Geef ze een plekje in de tuin met humusrijke grond, waar gedeeltelijk de zon schijnt. Botanische tulpen uitgezonderd, die houden van veel zon. Zon versterkt de productie van stuifmeel en nectar. Daarbij verspreiden bloemen die in de zon staan een sterkere geur, zodat de bijen en hommels ze makkelijker kunnen vinden. Boomspiegels of plekken waar ’s winters blad blijft liggen, zijn perfecte plekken, omdat de vochtigheid de aanmaak van nieuw zaad stimuleert.

Nectar

Bijen en hommels leven vanaf het vroege voorjaar tot in de late herfst van nectar. Nectar is een zoete, stroperige suikerrijke vloeistof. Je ziet het in het hart of aan de buitenkant van de bloem zitten. Het lijkt op water, maar het voelt kleverig aan. De suikers die in nectar zitten zorgen ervoor dat de insecten in beweging kunnen blijven. Behalve suikers bevat nectar eiwitten en vitaminen. Honingbijen verzamelen ook nectar, maar zij gebruiken het om honing van te maken. Deze honing is een belangrijke voedselbron voor het bijenvolk.

Stuifmeel

Honingbijen, wilde bijen en hommels verzamelen, naast nectar, ook stuifmeel uit bloemen. Dit is bestemd als voedsel voor de larven. Stuifmeel wordt ook wel pollen genoemd en komt van de mannelijke kiemcellen van bloemen. Het ziet eruit als fijn poeder. Iedere bloem produceert een andere kleur stuifmeel; van geel tot rood, maar ook paars, wit en bruin. De overeenkomst tussen alle kleuren stuifmeel is dat ze allemaal eiwitten, vetten en vitaminen bevatten. Bij het verzamelen van stuifmeel bestuiven bijen tegelijkertijd de bloemen.

Leuke weetjes:

  • Lukt het niet om bij de nectar te komen? Hommels hebben een extra wapen! Ze gooien hun gewicht in de strijd om de bloem te openen.
  • Sommige hommels, bijvoorbeeld de aardhommel, maken een gaatje aan de zijkant van een bloem om bij de nectar te komen.
  • Bijen en hommels zijn het meest gek op witte, gele en blauwe bloemen.
  • Veel bloemen hebben vlekjes en streepjes. Dit functioneert als wegwijzer naar de nectar voor de kleine vliegers, met de boodschap ‘Hier is nectar!’
  • Bijen en hommels hebben speciale stuifmeelkorfjes op hun achterpootjes zitten waarmee ze stuifmeel vervoeren.
  • De hoeveelheid nectar die een plant produceert, schommelt gedurende de dag. Dit komt door de invloed van vocht en zonlicht.

44986_aangepast.png 247919_aangepast.png

204998_aangepast.png

223433_aangepast.png