Oorsprong
De Bulgaarse sierui (Nectaroscordum siculum) wordt ook wel honinglook genoemd. Oorspronkelijk komt deze bloembol uit het Aziatische deel van Turkije, maar ze groeit nu ook op andere plekken, zoals Sicilië en Zuid-Frankrijk. In de tuin brengt ze volop kleur en leven, en het enige wat ze nodig heeft is waterdoorlatende grond.
Klokjes
De bloeitijd van Bulgaarse sierui is mei en juni. Eerst groeien de tientallen puntige bloemetjes recht omhoog. Daarna gaan de fijne klokjes hangen als een zweefmolen rondom de 90 cm hoge steel. De buiten- en binnenkant van de klokjes hebben een roomkleurige tint met paarse en groene streepjes. Deze kleuren combineren prachtig met andere bloemtinten.
Biodiversiteit
De Bulgaarse sierui bevat veel nectar en stuifmeel. Nectar en stuifmeel zijn onmisbaar voedsel voor insecten. Bijen en hommels zijn dan ook verzot op de bloemen van deze honinglook, en komen in groten getale op de nectar af. Ook vlinders zijn gek op de nectar. Terwijl de insecten van bloem tot bloem zoemen en fladderen, zorgen ze en passant voor bestuiving.
Planten
Net als andere voorjaarsbloeiende bloembollen, plant je Bulgaarse sieruien in het najaar. De beste plek is in de volle zon of met een beetje schaduw. De plantdiepte en de plantafstand tussen de bollen onderling is tussen de vijftien en twintig centimeter. De bloembollen zijn winterhard. Dit betekent dat ze in de winter in de grond kunnen blijven zitten en volgend jaar weer bloeien.
Leuk om te weten:
- De Bulgaarse sierui heeft meerdere wetenschappelijke synoniemen. Een daarvan is Nectaroscordum siculum subsp. bulgaricum. Hier komt de naam Bulgaarse sierui vandaan.
- Bulgaarse sieruien combineren goed met laatbloeiende tulpen.
- De bloemen blijven mooi na de bloei, doordat de zaaddoosjes decoratief zijn.