Voorjaarsbloeier
Narcissen (Narcissus) zijn echte voorjaarsbloeiers die vrolijkheid in de tuin brengen, wanneer andere planten, bomen en struiken nog in winterslaap zijn. De narcissenfamilie kent vele types. De allerkleinsten groeien tien centimeter hoog, de allergrootsten wel zestig centimeter. Bloemgroottes variëren evenzoveel als de lengtes. En wie aan alleen gele bloemen denkt heeft het mis. Er zijn bloemkleuren in allerlei tinten wit, geel en oranje. Wat een diversiteit!
Soorten
De narcissenfamilie is enorm en bestaat uit zo’n vijfendertig verschillende soorten. Hierin zijn de trompetnarcis, de grootkronige en de kleinkronige narcis de bekendste. De grote hoeveelheid verschillende soorten is in ongeveer 23.000 varianten en cultivars te onderscheiden. Begint het al te duizelen? Om structuur in de verschillende vormen, kleuren en geuren te brengen, lees je hier over de twaalf belangrijkste groepen:
Bulbocodium hybride narcis
Deze frivool uitziende narcis wordt ook wel de hoepelroknarcis genoemd en valt op door de in verhouding grote kronen en kleine bloemblaadjes. De bloemen lijken non-stop muziek de wereld in te toeteren.
Cyclamineus narcis
Deze narcis heeft bloemblaadjes die een beetje omhoog staan. En als je goed kijkt zie je dat ze eerbiedig haar bloem iets naar de grond toe buigt.
Dubbele narcis
Sierlijke dubbele narcissen geven dubbel zoveel plezier. Ze produceren één of meerdere bloemen per steel, met dubbele bloemblaadjes, dubbele trompetten of zelfs allebei!
Grootkronige narcis
Aan iedere steel van de grootkronige narcis groeit één opvallende bloem. Deze bloemen lijken op trompetnarcissen, alleen is de kroon iets langer.
Jonquilla en apodenthus narcis
Aan dit vrolijke narcisje groeien trosjes met tot wel vijf bloemen per steel. De bloemen zijn delicaat en ze geuren ook nog eens heerlijk.
Kleinkronige narcis
Deze gezellige narcis heeft bloemen die erg lijken op trompetnarcissen, maar dan met kortere kronen.
Poeticus narcis
De Poeticus narcis begrijpt de poëzie van de natuur. De kleine gele trompetten met rode rand en groen hart contrasteren magnifiek met de zuiver witte bloemblaadjes.
Pseudonarcissus narcis
Dit is de wilde narcis en een van de oudste stinzenplanten. Het contrast tussen de bleekgele bloemblaadjes en de felgele kroon is lekker opvallend. De bloem hangt een beetje naar beneden.
Spleetkronige narcis
Deze beauty wordt ook wel vlindernarcis genoemd. Ze geeft meerdere bloemen met kronen als halskragen die diep gespleten zijn en bijna op de bloemblaadjes liggen.
Tazetta narcis
Als je veel bloemen wilt, dan is de gulle Tazetta narcis een goede keuze. Er groeien tot wel twintig, vaak geurende, bloemen aan de stevige stelen.
Triandrus narcis
De elegante triandrus narcis geeft twee of meer bloemen per steel. Opvallend is dat de buitenste bloemblaadjes sierlijk naar boven buigen.
Trompetnarcis
De naam trompetnarcis duidt op de grootte van de trompet, deze is even lang of langer dan de bloemblaadjes.
Planten
Wil je deze frisse, vrolijke bloemen ook in de tuin? Plant ze in het najaar, vanaf september tot de eerste nachtvorst. Narcissen groeien goed in elke grondsoort. Pas wel op voor plekken waar het water niet makkelijk weg loopt. Teveel vocht veroorzaakt verrotting. Het liefst stralen ze op een zonnige plek, maar ook in de halfschaduw schitteren ze met hun bloemen. Afhankelijk van het soort plant je ze 12-20 centimeter diep met een plantafstand van 10-15 centimeter.
Goed om te weten
- Narcissen zijn verwilderaars. Dit betekent dat het er ieder jaar meer worden en je daar niets voor hoeft te doen.
- De eerste variëteit in Nederland werd in 1601 gekweekt. Dit was Narcissus ‘Campernelle’.
- De bloeitijd loopt van februari tot eind mei, elke narcis kiest haar eigen moment.
- Narcissen doen het ook prima in potten. Zorg wel voor een goede afwatering door potscherven onderin de pot te leggen en een gat in de bodem te maken.
- Knip uitgebloeide bloemen weg, dan gebruikt de bloem geen energie voor het vormen van zaad. Laat het blad wel zitten, hier haalt de bol zijn voedingsstoffen uit voor volgend jaar.