Mixen van bloembollen en zaden zijn een relatief nieuwe toepassing voor beplantingen in de openbare ruimte. De bloemenweides die hieruit ontstaan duiken steeds vaker op in de stad. Dankzij maand na maand bloei, hebben ze een hoge belevings- én biodiversiteitswaarde. Ze zijn extensief te onderhouden.
Acht maanden bloei
De bloembollen in de mixen komen het eerst in bloei. Al vroeg in het voorjaar brengen ze de langverwachte kleur na de winter en voedsel voor insecten. In mei/juni komen de zaden in bloei, zoals korenbloemen en klaprozen. Deze combinatie van bloembollen met wilde bloemen van één-, twee of meerjarige zaden verlengt de bloeitijd van de beplanting tot het begin van de herfst. Zo brengen ze maar liefst acht maanden kleur. Dat maakt ze populair bij gemeenten die steeds vaker het vergroten van de biodiversiteit op de agenda hebben staan.
Op maat
Voor de mixen zijn vooral verwilderingsbollen die jarenlang terugkomen geschikt, zoals krokus (o.a. Crocus vernus), blauw druifje (o.a. Muscari armeniacum), botanische tulp (o.a. Tulipa turkestanica) en indianenbloem (Camassia). De mixen kunnen op maat worden gemaakt, met verschillende kleurencombinaties en hoogtes. In de opeenvolgende fases ontstaat steeds weer een ander beeld met nieuwe kleuren en vormen. Zo tonen Alliums na de bloei nog een prachtig silhouet.
Extensief onderhoud
Ook kostentechnisch is een mix van bollen en zaden interessant, vanwege het extensieve onderhoud. Maaien hoeft slechts één keer per jaar in november/december. Op veel plaatsen maken (midden)bermen met grasstroken dan ook plaats voor deze bloemenweides. En dat is goed nieuws, want deze kruidenrijke vegetaties fungeren als verbindingsschakel in het leefgebied van dieren.
Tips
Voor rotondes en kruispunten waar het verkeer goed zicht moet hebben, zijn mixen met een lagere vegetatie geschikt.
Een insectenhotel in of bij de beplanting is extra nuttig voor de biodiversiteit en zorgt bij voorbijgangers voor bewustwording daarvan.
