Enkeljarige bloembollen soorten
De eerste groep binnen de bloembollen soorten zijn de enkeljarigen. Deze bloembollen bloeien het eerste jaar op hun allermooist. Ze staan bekend om hun indrukwekkende felle kleuren en worden daarom vaak gebruikt om een massaal kleureffect te creëren in bloemperken. Veel enkeljarige bloembollen komen het volgende jaar ook nog op maar geven dan minder bloemen. Na verloop van tijd is de bloei over. Voorbeelden van enkeljarige bloembollen zijn krokussen (Crocus), tulpen (Tulipa), blauwe druifjes (Muscari) en grootkronige narcissen (Narcissus).
Meerjarige bloembollen
De tweede groep binnen de bloembollen soorten zijn de meerjarige bloembollen. Dit zijn bloembollen die meerdere jaren achter elkaar bloeien. Meerjarige bloembollen hoeven maar een keer geplant te worden. Na de bloei blijven de bloembollen in de grond zitten, zodat het loof (de steel en bladeren) rustig de tijd krijgt om af te sterven en de bloembollen zich ondergronds voor kunnen bereiden op het volgende groeiseizoen. Meerjarige bloembollen volgen daarmee dezelfde groeicyclus als die van vaste planten. Voorbeelden van meerjarige bloembollen zijn Oosterse anemonen (Anemone blanda), sneeuwroem (Chionodoxa), boshyacinten (Hyacinthoides) en buishyacinten (Puschkinia).
Verwilderingsbollen
De derde groep binnen de bloembollen soorten zijn verwilderingsbollen. Deze lijken op meerjarige bloembollen maar hebben nét iets meer te bieden. Je hoeft ze, net als meerjarige bloembollen maar een keer te planten, ze blijven na de bloei ook in de grond en komen ook ieder jaar terug. Als extraatje breiden verwilderingsbollen zich ook nog eens uit. Een groep van 10 verwilderingsbollen kan na verloop van tijd dus een groep van 100 worden. Soorten verwilderingsbollen zijn bijvoorbeeld sneeuwklokjes (Galanthus), narcissen (Narcissus), sterhyacinten (Scilla) en lenteklokjes (Leucojum vernum).