FAQ

We ontvangen regelmatig vragen over bloembollen. Deze hebben we samen met de antwoorden op een rij gezet. Staat je vraag er niet bij? Neem dan contact met ons op via www.ibulb.org.

De bloembollen en bloemen van Fritillaria imperialis horen te stinken. Een bijnaam van deze fritillaria is namelijk ‘stinklelie’. Een leuke bijkomstigheid is dat de geur van Fritillaria imperialis mollen uit de tuin weert.

Nee. Als de bloembollen nog stevig zijn, kun je ze het beste direct planten. Bloembollen zijn levende planten, geen zaad, waardoor ze uitdrogen als je te lang wacht. Maak de bloembollen eerst koud in de koelkast voor gebruik binnen als gebroeide bollen. Je kunt ze ook direct in de grond buiten planten. Omdat ze zo sterk zijn en veel voedsel bij zich hebben, gaan de bloembollen hun best doen om toch nog te bloeien, hoe laat in het seizoen ook. Niet geschoten is altijd mis. Is de grond bevroren? Plant ze dan in een pot met behulp van potgrond.

Niet helemaal. De algemene regel is: hoe groter de bloembol, hoe groter de bloem. Maar groter betekent niet automatisch beter. De bloembollen van een speciale soorten zoals Tulp tarda zijn klein in vergelijking met de grote bloembollen van de tulp ‘Apeldoorn’. Maar de kleine Tulipa tarda geeft bijzonder mooie bloemen én ze bloeien ze ook nog eens meerdere jaren. Tulpen bollen worden op bolmaat verkocht. Bij de meeste tulpen geldt: hoe groter de bloembol hoe hoger de prijs.

Muizen en ratten horen in de natuur en laten zich moeilijk tegenhouden. Het belangrijkste middel om geen muizen en ratten te hebben is de tuin schoonhouden. Dat betekent hopen bladeren opruimen en voorkomen dat hier en daar resten van eten of ander afval ligt. Om het voor muizen onaantrekkelijk te maken moet je er ook voor zorgen dat er geen zaadjes in de tuin liggen. Knip daarom na de bloei direct alle bloemen af en voeder vogels op een hoge plaats die niet bereikbaar is voor muizen. Houd hierbij in gedachten dat muizen erg acrobatisch zijn.

Bloembollen moet je laten verwilderen door ze in de grond te laten zitten. Na de bloei moet het gewas de kans krijgen om op een natuurlijke manier af te sterven waardoor zij nieuwe groeikracht kunnen opslaan in de bloembol om het volgende jaar weer te kunnen bloeien. Lang niet alle bloembollen kunnen verwilderen. Je kunt het beste kiezen voor bloembollen waarvan op de verpakking staat vermeld dat zij geschikt zijn voor verwildering. Daarnaast kun je experimenteren met andere soorten of ze in de tuin geschikt zijn voor verwildering.

Tulpen zijn liefhebbers van zowel zon als schaduw. Laat je tijdens het planten niet van de wijs brengen door de lichtinval in de herfsttuin. Onthoud dat de komende lente, wanneer de tulpen in bloei staan, alle kale herfst bomen mooi in bloei staan.

Biologische bloembollen
Biologische bloembollen kun je herkennen aan het keurmerk voor biologische producten. De bloembollen worden biologisch geproduceerd. Dat betekent dat er geen kunstmeststoffen, chemische gewasbeschermingsmiddelen en gewasbestrijdingsmiddelen worden gebruikt. De biologische landbouwnormen die worden toegepast op de teelt van biologische bloembollen zijn gebaseerd op het behoud van het milieu, natuur en landschap en gelden in de gehele Europese Unie.

Controle biologische bloembollen
Biologische bloembollen worden gecontroleerd door Skal Biocontrole. Deze organisatie zet zich als toezichthouder in voor aantoonbare betrouwbaarheid van biologische producten en dus ook biologische bloembollen in Nederland. Biologisch is een wettelijk beschermde term. De biologische wetgeving is gericht op het behoud en de rechtvaardiging van het vertrouwen van de consument in biologische producten. Een biologische bloembol mag deze naam alleen dragen als het productieproces aan wettelijke voorschriften voldoet. De Europese overheid bepaalt de regels, de gecertificeerde bio-ondernemers leven deze na en Skal Biocontrole controleert hierop in opdracht van het Ministerie van Europese Zaken. Zo kun je er van op aan dat biologische bloembollen ook écht biologisch zijn.

Keten
De hele keten van biologische bloembollen moet gecertificeerd zijn. Dat betekent dat alle organisaties die de bloembollen produceren, verwerken, verpakken, importeren, verhandelen en opslaan aan de biologische eisen voldoet. Het telen van biologische bloembollen is risicovoller dan gewone bloembollen. Door het lage gebruik van meststoffen en de geringe mogelijkheid om ziekten en plagen te bestrijden tijdens de teelt, zijn de opbrengsten van biologische bloembollen lager dan die van gewone bloembollen. Hierdoor zijn de kosten om biologische bloembollen te produceren hoger dan die van gewone bloembollen.

Voordelen biologische bloembollen
De prijs van biologische bloembollen is hoger dan niet biologische bloembollen. Daarentegen brengt het wel extra voordelen met zich mee:

- Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt.

- Er is geen verspreiding van ongewenste stoffen in het milieu, zoals in het grondwater en de sloten.

- Er wordt zuinig omgegaan met schaarse grondstoffen zoals energie en mineralen.

- Er worden minder bloembollen per vierkante meter geplant, waardoor de planten gezonder en natuurlijker groeien.

- Er is veel aandacht voor de teelt met regelmatige en nauwkeurige plantcontroles.

Vroeger werd beendermeel gezien als een uitstekende meststof voor bloembollen. Tijden veranderen. Het meeste beendermeel vandaag de dag wordt zo uitgekookt dat er geen essentiële stoffen meer in zitten. Voorjaarsbloeiende bloembollen hebben geen bemesting nodig voor hun eerste bloeiseizoen. Een gezonde Nederlandse bloembol heeft al het voedsel die het nodig heeft om te kunnen groeien en bloeien al bij zich. Meerjarige bloembollen zullen wel beter groeien door een mesststof om dat deze bloembollen in de grond blijven zitten. Gebruik hiervoor gedroogde oude stalmest of een speciale bloembollen meststof in het voorjaar of in de herfst het jaar erop.

De tijd van planten verschilt, afhankelijk van de temperaturen in de herfst. De algemene regel is 'hoe eerder hoe beter'. Bloembollen moeten sterke wortels ontwikkelen voordat de vorst komt. Zorg er daarom voor dat de bloembollen voldoende water hebben om de wortelgroei te stimuleren.

Bloembollen die tussen bomen en struiken worden geplant, moeten sterk genoeg zijn om daarna aan hun lot overgelaten te kunnen worden. Vooral de vroegst-bloeiende soorten zijn voor dit soort plekken geschikt omdat ze goed zichtbaar zijn tussen het nog kale hout. Ideaal is een verwilderingsmengsel van minstens zes soorten die elkaar in bloei opvolgen. Wanneer dit mengsel in groepen van wisselende grootte, op de lichtste plekken in een bosschage of bosrand, wordt geplant kan gerekend worden op jarenlange, steeds uitbundiger wordende bloei.

Bloembollen doen het uitstekend tussen de wortels van vaste planten en heesters. De bloembollen komen zo vroeg op dat vaste planten en heesters nog geen blad hebben. De bloembollen zullen dus genoeg licht en ruimte hebben om in bloei te komen. Moeilijker is het om de bloembollen te planten. De grond is vaak hard en de wortels laten het graven van plantgaten niet altijd toe. Maak daarom de plantgaten zo klein mogelijk en plant de bloembollen ieder in een afzonderlijk gaatje. Een speciale bloembollenplanter kan daarbij helpen.

Een recept dat daadwerkelijk gerealiseerd is op de Keukenhof en daar jaarlijks duizenden mensen in verrukking brengt is de 'Lentewei'. In het aanwezige gazon werden op een aantal plekken in de volle zon golfvormige punten uitgesneden tot een diepte van ruim 10 cm. Deze punten werden gevuld met scherp zand en vervolgens werden onder- en bovengrond met elkaar vermengd. Een prima basis voor verwilderingsbolletjes: over een oppervlakte van ca. 500 m2 werden 55.000 bolletjes in 35 soorten als mengsel uitgestrooid en met de hand geplant. In dit speciale geval werd tegelijk een bloemenweidemengsel van de Cruydt-hoeck ingezaaid, zodat de bloembolletjes opkomen in een waas van kruidachtigen die, als de bloembollen uitgebloeid zijn, op hun beurt in bloei komen en wekenlang kleur geven. Alle bolgewassen die geschikt zijn voor verwildering en een niet al te gecultiveerd uiterlijk hebben komen in aanmerking voor een dergelijk mengsel.

In het specifieke geval van de 'Lentewei' op de Keukenhof werden de volgende soorten gemixed en werd uitgegaan van gemiddeld 150 bloembollen per vierkante meter:

  • Bellevalia pycnantha
  • Chionodoxa forbesii
  • Chionodoxa luciliae
  • Crocus tommasinianus 'Ruby Giant'
  • Crocus tommasinianus 'Whitewell Purple'
  • Leucojum aestivum 'Graveteye Giant'
  • Muscari aucheri 'Blue Magic'
  • Muscari 'Valerie Finnis'
  • Narcis 'Jack Snipe'
  • Narcis 'Jetfire'
  • Narcis poeticus recurvus
  • Narcis 'Topolino'
  • Ornithogalum umbellatum
  • Scilla siberica
  • Tulipa bakeri 'Lilac Wonder'
  • Tulipa clusiana
  • Tulipa clusiana 'Lady Jane'
  • Tulipa linifolia
  • Tulipa tarda
  • Tulipa urumiensis

Bloembollen planten kan in elk type tuin en/of grondsoort. Het belangrijkste is dat het gedeelte van de tuin waar de bloembollen geplant staan, niet te nat wordt gedurende de winter. Zorg er in ieder geval voor dat er op de bloembollen-borders geen plas blijft staan.

Een bemesting op maat voorkomt dat planten ziek worden en gevoelig worden voor ziekten en plaagdieren, dit resulteert in minder gebruik van bestrijdingsmiddelen. Een juiste bemesting zorgt ook voor een goede bodemstructuur. Er is keuze uit diverse meststoffen: Compost en dierlijke mest. Dit zijn organische meststoffen. Het zijn, zoals eerder beschreven, ook goede bodemverbeteraars. Natuurlijke meststoffen die als aanvulling op organische mest worden gegeven. Kunstmest. Het te kiezen type bemesting hangt af van het type beplanting en het tijdstip dat er bemest kan worden.

Het gebruik van stro in privé tuinen is eigenlijk niet nodig. Je kunt een laag compost of oud blad gebruiken. Dit zijn natuurlijke stoffen die het bodemleven verbeteren en die zorgen voor een natuurlijke beschermlaag voor de bloembollen in de wintermaanden. Wacht met afdekken tot de grond is afgekoeld. In tegenstelling tot wat mensen vaak denken is het bedekken van bloembollen bedoeld om de grond temperatuur koel en stabiel te houden, niet als warme deken (wel in hele koude klimaten). Bedek de grond met ompost of bladeren net voordat er nachtvorst komt. Te vroeg in het seizoen bladeren en compost gebruiken, wanneer de grond nog zacht en warm is, trekt veldmuizen en andere ongedierte aan. Dit ongedierte vindt het namleijk erg fijn onder de warme hoop en zal de bloembollen opgraven.

Geef de voorjaarsbloeiende bloembollen meteen na het planten water. Zo worden ze aangespoord om wortels te maken. Hoe eerder de wortels gevormd zijn, hoe beter de bloembol tegen kou en vorst kan. Bloembollen in potten hebben in de periode na het planten ook nog water nodig omdat de grond in potten sneller uitdroogt. Zomerbloeiende bloembollen hebben direct na het planten extra veel water nodig. Houd de grond in de tuin of in de potten/plantenbakken na het planten vochtig.

Meerjarige tulpen kunnen beter gekopt worden nadat de bloem zijn schoonheid heeft getoond. Dit voorkomt het vormen van zaaddozen waarbij de energie in zaad in plaats van nieuwe bolletjes wordt gestopt en dat er bloemblaadjes in de oksels van de bladen vallen waardoor Botrytis kan ontstaan. Het afbreken van de bloemen van de stengel wordt ook wel 'koppen' genoemd.


Bloembollen die je gekocht hebt voor verwildering kun je rustig laten zitten. Verwilderingsbollen komen ieder jaar terug en vermeerderen zichzelf. Haal de andere bollen nooit direct na de bloei uit de grond maar laat ze eerst helemaal afsterven. Hiermee geef je de bollen de kans te groeien en energie op te slaan voor het volgende jaar. Het oprooien en bewaren van bloembollen is echter heel moeilijk en geeft vaak een teleurstellend resultaat.

Niets. Tulpen en andere voorjaarsbloeiende bloembollen zijn sterk. Ze kunnen moeder natuur aan. Als het weer omslaat, ga dan niet al je bloembollen tegen het weer beschermen. Een korte vorst beschadigt de jonge bloembollen niet. Het beschadigt waarschijnlijk alleen de open knoppen. Veel soorten, zoals sneeuwklokjes, krokussen en vroege (rotstuin) narcissen komen juist op in het vroege voorjaar, zelfs door de sneeuw heen. Moeder natuur heeft ze zo gemaakt dat ze kunnen overleven. Een vroege warmte periode zorgt er wel voor dat bloembollen mogelijk eerder zullen gaan bloeien dan normaal. Dit veroorzaakt normaal gesproken geen schade.

Eigenlijk zijn zwarte tulpen helemaal niet zeldzaam, want ze bestaan niet. Wat wel bestaat zijn zeer donker paarse tulpen, die bijna zwart lijken. De zoektocht naar een zwarte tulp is iets waar men al eeuwen mee bezig is. In 1850 schreef Alexander Dumas, de bekende franse schrijver van ‘The Count of Monte Cristo’, ‘De drie musketiers’ en ‘De man met het ijzeren masker’, het populaire verhaal met de Zwarte tulp (nu uitgegeven door Oxford University Press). Het is een romantisch verhaal waar een fictieve zwarte tulp figuur in een liefdesverhaal omgaat met moord, pijniging, spijt en plotselinge verassingen. Vandaag de dag lonkt de zwarte tulp nog steeds. Nederlandse kwekers hebben enkele bijna zwarte tulpen kunnen ontwikkelen. Bijvoorbeeld de ‘Queen of Night’. Deze tulp staat officieel in de lijsten als ‘donker paars bruin’ en is heel erg donker van kleur. Maar het ontwikkelen van een echt zwarte tulp is volgens experts onmogelijk. Voor een bijna zwarte tulp kun je ook kijken naar de tulpen ‘Burgundy, ‘Black Parrot’ of ‘Black Diamond’.

Voorjaarsbloeiende bloembollen, zoals tulpen en narcissen moeten om in het voorjaar te bloeien, in het najaar of in het begin van de winter worden geplant. Ze hebben een lange koude periode nodig hebben om tot bloei te komen. Het is belangrijk om ze in de herfst voor de eerste vorst te planten. Ze hebben namelijk tijd nodig om sterke wortels te ontwikkelen.

Tulpen werden eind 16e eeuw door Carolus Clusius in Nederland geïntroduceerd. Als snel bleek er veel interesse voor deze bollen te bestaan en begon men in de tuin rond het huis te experimenteren met telen. Omdat de vraag naar tulpen toenam werd het telen steeds professioneler aangepakt en bleek vooral de kuststrook van Nederland zeer gunstig te zijn. De zachte winters en koele zomers door de invloed van de zee, de goede waterhuishouding met een constant waterpijl, de specifieke grondsoort en het handelscentrum zijn sterke speerpunten. Onder de toenemende verstedeling van de oude teeltgebieden vond er een verplaatsing van de teelt plaats. Nu zijn de belangrijkste teeltgebieden in het noorden van Nederland te vinden waar nog voldoende ruimte is.

De prijs van de bloembollen hangt onder andere af van de maat van de bloembol. Voor elke variëteit geldt: hoe groter de bloembol, hoe mooier en groter de bloemen. Daarom hebben de grotere bloembollen een hogere prijs. Voor mooie beplanting is het aan te raden om duurdere bloembollen te kopen omdat deze mooiere bloemen krijgen. Maar de kleinere, goedkopere bloembollen bieden een goede mogelijkheid om veel bloembollen te planten in grotere stukken grond of in het gras, waar deze bloembollen in een paar jaar kunnen uitgroeien tot een mooi veld.

Let op: Nederlandse exporteurs exporteren uit kwaliteitsvoorwaarden geen bollen die kleiner zijn dan een bepaalde maat. Tulpen moeten bijvoorbeeld 10 cm of groter zijn. Dit betekent dat als je tulpen bollen kleiner dan 10 cm ziet, ze niet uit Nederland komen. Voor sommige speciale tulpen worden uitzonderingen gemaakt omdat deze tulpen kleinere bollen produceren.

Het gras met daarin geplante bloembollen kan worden gemaaid na het afsterven van de bovengrondse delen.

Andere bloembollen zoals Chionodoxa, Scilla en Eranthis, planten zich voort door middel van zaad. Het zaad moet voldoende gelegenheid krijgen om te rijpen.

De kwekers in Nederland planten hun tulpen in november. Dit kunnen zij doen omdat de winter in Nederland nooit voor half december zal beginnen. In gebieden waar de winter vroeger begint is het raadzaam de tulpen in oktober te planten.

Tulpen plant je vanaf half september tot half december. Het najaar is de beste periode, omdat ze een koude periode nodig hebben. Zorg er wel voor dat ze voor de eerste vorst in de grond zitten. Het beste plant je de bloembollen zo snel mogelijk na aankoop. Als je ze nog even moet opslaan, bewaar ze dan droog en koel (tussen de 10 en 15 graden Celsius).

De meest beroemde tulpen zijn rode tulpen, b.v. Apeldoorn en Oxford. Deze soorten zijn al jaren de koplopers en in iedere winkel worden altijd rode tulpen aangeboden. Verreweg de beroemdste tulp is de zwarte tulp ‘Queen of Night’. Hoewel hij niet helemaal zwart is maar heel donker paars komt de kleur er heel dicht bij. De zwarte tulp heeft een magische uitstraling en er is eeuwen naar gezocht om een geheel zwarte tulp te krijgen. Dit is tot op heden niet gelukt.

Als de tulpenbloem verwelkt dan moet de bloem er afgehaald worden, zodat de verwelkte bloem zich niet omzet in zaad. Van narcissen hoef je de bloemen niet af te halen. De belangrijkste regel voor bloembollen is om ze met rust te laten in de periode na de bloei, zodat de plant zijn energie kan steken in het produceren van nieuwe bloembollen onder de grond.

Bloembollen bewaren
Niet alle bloembollen kunnen in de grond blijven zitten. Tulpen zijn bijvoorbeeld gevoelig voor ziekten en gladiolen kunnen niet tegen vorst. Als je het volgende jaar toch van dezelfde bollen wilt blijven genieten moet je de bloembollen bewaren.

Wat te doen vóór het bloembollen bewaren?
Wil je bloembollen bewaren? Dan is het belangrijk om de verwelkte bloemen gelijk na de bloei af te knippen. Door het afknippen van de bloemen zorg je ervoor dat de bloembol geen energie stopt in het maken van zaadknoppen maar in het sterker maken van de bol zelf. Door ook nog wat extra meststof te geven krijg je extra sterke bollen.

Bloembollen rooien
Op het moment dat ook het blad en de steel volledig afgestorven is kunnen de bloembollen uit de grond gehaald worden. Dit wordt ook wel het rooien van bloembollen genoemd. Na het rooien is het goed om de meest aarde er af te halen. Bloembollen bewaren moet droog gebeuren omdat anders de bloembollen snel rotten. Was de bloembollen daarom niet voor het bewaren.

Broedbolletjes
Bloembollen vermeerderen zich door kleine bloembolletjes aan de onderkant. Dit worden broedbolletjes genoemd. Als de bloembollen gerooid zijn kunnen de broedbolletjes er makkelijk vanaf gehaald worden samen met de oude huid en wortels. Dit heet bloembollen pellen. Broedbolletjes kun je net als de volwassen bloembollen bewaren en het volgende jaar mee planten. Je zult zien dat ze na een paar jaar prachtig zullen bloeien.

Waarin bloembollen bewaren?
De gerooide bollen en de broedbolletjes kunnen het beste in een kartonnen doos bewaard worden. Leg de bollen laag voor laag in de doos met tussen elke laag een krant. Als alle bloembollen in de dozen zitten, bewaar ze dan op een droge en koele plaats zoals een kelder of kledingkast. Zo zie je maar, bloembollen bewaren is zo moeilijk niet.

Species tulpen refereren aan variëteiten welke niet verder doorgekruist worden en blijven zo zoals ze in de natuur zijn gevonden. Botanische tulpen zijn hybriden, maar deze hybriden blijven heel dicht bij de originele soorten. Geen van deze termen betekent wilde tulpen. Alle tulpen die verkocht worden door Nederlanders, zo ook de species en botanische tulpen, worden geteeld in Nederland. Species en botanische tulpen zijn over het algemeen kleinere bloembollen en hebben kleinere bloemen dan andere tulpen. Ze zijn speciaal geschikt voor het gebruik in rotstuinen.

Bloembollen zijn onderverdeeld in drie soorten: enkeljarige, meerjarige en verwilderingsbollen. Enkeljarige bloeien het eerste jaar op hun allermooist en komen het volgende jaar ook nog op. Na verloop van tijd is de bloei over. Meerjarige zijn bloembollen die meerdere jaren achter elkaar bloeien. Verwilderingsbollen komen ook ieder jaar terug maar breiden zich ook nog eens uit.

Verwilderingsbollen zijn bloembollen en knollen die geschikt zin voor meerjarig gebruik. Als op de verpakking staat dat de bloembollen geschikt zijn voor verwildering kunnen ze in de grond blijven zitten. Verwilderingsbollen bloeien het volgende jaar opnieuw en kunnen zich zelfs vermeerderen.

Bloembollen met een sterke geur zijn Fritillaria imperialis en Allium soorten. Bislook (A. schoenoprasum), daslook (A. ursinum), plantui (A. cepa), sjalot (A.ascalanicum) en knoflook (A. sativum) behoren alle tot de Allium familie. De geur van de andere Alliums komen hiermee overeen. De sterke geur van Fritillaria imperialis weert mollen uit uw tuin.

In principe kunnen alle voorjaarsbloeiers buiten geplant worden, zij kunnen een redelijk strenge winter makkelijk overleven. Sterker nog, zij hebben zelfs een periode kou nodig om in bloei te kunnen komen. Paperwhite Narcissen en Hippeastrum (Amaryllis) kunnen niet buiten geplant worden. Deze bloembollen kun je in potten planten en koel bewaren tot december/januari. Daarnaa kunnen ze in een warme ruimte in bloei komen.

Bloembollen die ieder jaar opnieuw bloeien heten meerjarige bloembollen. Na de bloei blijven de bloembollen in de grond zitten, zodat het loof (de steel en bladeren) rustig de tijd krijgt om af te sterven en de bloembollen zich ondergronds kunnen voorbereiden op het volgende groeiseizoen. Ze volgen hiermee dezelfde groeicyclus als vaste planten. Een aantal breidt zich ook nog eens uit door zich ondergronds te vermeerderen. Hoe leuk is dat? Er is volop keus in meerjarige bloembollen, zoals de vrolijke Oosterse anemonen (Anemone blanda), frivole sneeuwroem (Chionodoxa), gezellige boshyacinten (Hyacinthoides) en rijkbloeiende buishyacinten (Puschkinia). Meerjarige bloembollen die ook nog vermeerderen zijn bijvoorbeeld de serene sneeuwklokjes (Galanthus), kleurrijke narcissen (Narcissus), blauwgekleurde sterhyacinten (Scilla) en geurende lenteklokjes (Leucojum vernum).
Plant de bloembollen in het gat met de punt omhoog en de bolle kant naar beneden.

Er zijn weinig bloembollen die muizen of ratten echt afschrikken. Er zijn wel bloembollen die antistoffen produceren waar mollen en muizen een hekel aan hebben. Dit zijn voornamelijk bloembollen die goed verwilderen zoals sneeuwklokje, boshyacint, narcis, keizerskroon en Allium.