Hebbedingetjes
Het zijn hebbedingetjes, deze (kleine) tuinjuweeltjes, zowel in de tuin als op het terras en het balkon. Ze zijn al duizenden jaren gewend om in de natuur te overleven. Zich zelfstandig handhaven in een tuin is voor deze ijzersterke bolgewassen dus een koud kunstje. Na de bloei blijven de bloembollen onder de grond leven en in het nieuwe seizoen lopen ze gewoon weer uit. Dat maakt ze zo verrassend.
Verwilderings-weetjes
- Verwilderingsbollen zijn onderhoudsvriendelijk; het zijn weinig-werk-en-veel-plezier-planten.
- Plant verwilderingsbollen op een plek waar niet gespit wordt en waar ze ongestoord hun gang kunnen gaan. Dan geven ze het meeste plezier.
- Ze zijn in trek bij insecten; hommels zijn bijvoorbeeld frequente bezoekers. Als er verder nog bijna niets bloeit, beschikken deze vroege bolgewassen al over voldoende nectar.
- Verwilderingsbollen zijn perfect als onderdeel van bestaande beplanting. Denk bijvoorbeeld aan bodembedekkers onder bomen en heesters. Narcissen, Scilla en Leucojum in zachte kleurenpastels en wit maken er een echt feestje van.
Lastig kiezen
De keus in verwilderingsbollen is enorm en kiezen kan daardoor lastig zijn. Daarom zijn de 15 leukste verwilderingsbollen op een rijtje gezet. Voor het gemak zijn het gemiddelde aantal benodigde bloembollen per vierkante meter erbij vermeld.
- Blauwe of witte druifjes – Muscari (25)
- Botanische tulpjes – Tulipa (laag 25, hoog 15)
- Buishyacint – Puschkinia libanotica (35)
- Dwergiris – Iris reticulata (20)
- Keizerskroon – Fritillaria imperialis (5-7)
- Kievitsbloem – Fritillaria meleagris (10)
- Knikkend vogelmelk – Ornithogalum nutans (15)
- Krokus – Crocus (50)
- Lage sieruien – Allium (20)
- Mini-narcisjes – Narcissus (20)
- Oosterse anemoon – Anemone blanda (25)
- Oude wijfjes – Ipheion uniflorum (30)
- Sneeuwklokje – Galanthus (50)
- Sneeuwroem – Chionodoxa (laag 40, hoog 20)
- Sterhyacint – Scilla siberica (35)